Kunstschilder Anders Zorn was in zijn tijd wereldberoemd en werkte overal, van Parijs tot Londen, van Stockholm tot in de VS. Maar diep van binnen bleef hij de jongen van eenvoudige komaf. Hij groeide op in Mora, in de regio Dalarna. Daar keerde hij ook naar terug toen hij eenmaal een gevierd, internationaal geliefd kunstenaar was. Daar vind je behalve zijn woonhuis dat je kunt bezoeken ook het Zorn museum, met een grote collectie van de zeer productieve schilder, aquarellist, etser en beeldhouwer.

Anders en Emma Zorn in 1880 (foto WikiMedia)

Anders Zorn werd in 1860 in Mora geboren, als resultaat van een liefde tussen zijn moeder Grudd Anna Andersdotter en Leonard Zorn, een Duitse brouwer. Zorn zou zijn vader nooit ontmoeten, die overleed al in 1872. Anders groeide op op de boerderij van zijn grootouders in Mora waar hij samen met zijn moeder woonde. Niet arm, zeker niet rijk, maar een eenvoudig boerenbestaan, zoals zovelen leidden in Zweden in die tijd.

Start als kunstenaar

De dood van zijn vader was indirect de aanjager van zijn artistieke carrière. Van de kleine erfenis die hij ontving kon hij in 1875 een opleiding starten aan de Koninklijke Academie voor de Schone Kunsten in Stockholm. Zijn talent was onmiskenbaar aanwezig en voor iedereen zichtbaar. In 1880 exposeerde hij op een tentoonstelling van de Academie met een portret van een rouwende vrouw. Die kreeg lovende beoordelingen van kunstcritici en vestigden de aandacht op de nog maar 20 jaar oude Zorn.

In dezelfde tijd leerde hij Emma Lamm kennen tijdens een portretsessie. Liefde op het eerste gezicht, maar niet vanzelfsprekend. In contrast met zijn eenvoudige komaf behoorde Emma tot een welgestelde familie uit Stockholm. Anders moest zich eerst maar eens bewijzen als schilder en zorgen voor een solide bron van inkomsten voordat het huwelijk kon plaatsvinden, zo oordeelde de familie Lamm. Het zou vijf jaar duren voordat het huwelijk plaatsvond.

 

Op reis

Anders Zorn – Sommarnöje 1886 (aquarel)

Zorn werkte de eerste jaren van zijn kunstenaarschap met waterverf. Hij zag en sprak andere kunstenaars die de wijde wereld introkken, op zoek naar inspiratie en andere taferelen dan de vertrouwde Zweedse. Samen met Ernst Josephson ondernam hij op 21-jarige leeftijd zijn eerste reis naar Spanje. Een aquarel die hij daar maakte werd geaccepteerd voor de Parijse kunstsalon van 1882 en bezorgde hem zijn eerste internationale succes.

Datzelfde jaar nog trok Zorn naar Londen om met geleend geld een atelier te openen en schildermaterialen aan te schaffen. Met zijn zakelijke instinct wist hij dat het belangrijk is om goed voor de dag te komen. Dat lukt wonderwel; vooraanstaande en welvarende Zweden die in Londen woonden lieten zich maar al te graag door de jonge, talentvolle schilder portretteren. Zijn losse stijl was vernieuwend en werd gewaardeerd, al vonden sommigen het al te modern.

Het was het begin van een carrière waarin Anders Zorn uitgroeide tot een van de meest gewilde portretschilders van zijn tijd. Eerst in Londen, maar later ook in de Verenigde Staten, waar rijke Amerikanen astronomische bedragen neertelden voor een schilderij van de ‘most famous painter of the moment’.

In Zweden en daarbuiten

Anders Zorn – portret William Howard Taft, 1911

In 1885 werd het huwelijk tussen Anders en Emma voltrokken. Zijn vrouw was al even reislustig als ondernemend en het koppel vertrok naar Constantinopel. Later volgden reizen naar Italië, Noord-Afrika en Spanje. De zomers brachten de Zorns vaak door op Dalarö, een eilandje in de archipel van Stockholm, waar de familie van Emma jaarlijks een zomerhuis huurde. Daar schilderde Anders, nog steeds met waterverf, in de jaren 1886-1887 een aantal werken die uit zouden groeien tot iconen binnen zijn oeuvre. Naakte, badende vrouwen aan de waterkant, waarbij hij zich volledig toelegde op het componeren van een evenwichtig beeld tussen het naakte vrouwenlichaam, de reflectie en het zonlicht in het water, gecombineerd met natuurlijke kleuren waardoor het alledaagse een haast feeëriek beeld wordt.

In 1887 tijdens een reis naar Cornwall stapt de schilder over op olieverf en zijn inzending voor de Parijse salon van 1888 is een groot succes. Zijn naam is definitief gevestigd en de Zorns verhuizen naar Parijs, waar ze blijven wonen tot 1896. In dezelfde periode worden zijn werken die hij op Dalarö heeft gemaakt ook internationaal opgemerkt. Vanaf dan is hij een veel gevraagd schilder die de high society van Parijs portretteert. Soms nog in waterverf, maar steeds vaker in olieverf. De dan pas 29-jarige schilder is zo’n succes dat hij vanaf 1890 ook in de VS een veel gevraagd portretschilder wordt. In totaal maken de Zorns negen reizen naar de Verenigde Staten, waar ze langere tijd verblijven. Hij vereeuwigt de hele upper-class, inclusief drie presidenten, tegen voor die tijd enorme geldbedragen.

 

Terug naar Mora

Huize Zorn in Mora

Zo vergaart Anders Zorn een fortuin dat hem in staat stelt om zijn droom te verwezenlijken: terugkeren naar Dalarna. In 1894 begint de bouw van een groot stenen huis, midden in Mora. Dat betrekken ze in 1896 en is voorzien van allerlei voor die tijd moderne snufjes. Zo is Zorn – na de burgemeester – de tweede in Mora die een telefoonaansluiting heeft. Ook is het huis voorzien van warmwaterleidingen, in die tijd een unicum.

Onvermoeibaar blijft de schilder doorwerken, geïnspireerd als altijd en waarschijnlijk ook ingegeven door de dure levensstijl van het echtpaar. In totaal schildert hij in zijn loopbaan 550 portretten in opdracht. De ultieme erkenning van zijn gave volgt in 1906 met een grote solotentoonstelling in de Galerie Duran-Ruel in Parijs.

 

Afkomst telt

Aan de oever van de Österdalälven

Hoewel Zorn al op jonge leeftijd opklimt op de maatschappelijke ladder, blijft hij zijn eenvoudige afkomst benadrukken en zelfs koesteren, al was het maar om zich bij tijd en wijle af te zetten tegen de ‘high society’. Na de terugkeer in Mora bouwde Zorn ook een werkplaats en hut in Gopsmor aan de Österdalälven, zo’n twintig kilometer buiten Mora. Daar trok hij zich geregeld terug (met personeel, dat dan weer wel) om te werken aan zijn eigen, vrije werk. Vaak zijn dat traditionele taferelen van het eenvoudige boerenleven: de schaapsherder in het bos, midzomervieringen, bakkersvrouwen aan het werk. Hij koestert het eenvoudige leven in Dalarna, ondanks zijn eigen ongekende rijkdom. Hij steunt initiatieven om volkscultuur te bewaren, bijvoorbeeld door de oprichting van Gammelgården. Dat was een van de eerste openluchtmusea waar traditionele huizen en gebouwen van vroeger werden opgebouwd. Het raakte niet meer voltooid in zijn leven, Zorn overleed in 1920, op 60-jarige leeftijd.

Zorn in 1915, 55 jaar oud (foto via WikiMedia)

Museum

Emma Zorn overleefde haar man 22 jaar. Al tijdens het leven van Anders maakten ze plannen voor een museum waar het echtpaar, naast werk van Anders, ook stukken uit hun eigen verzameling wilde exposeren. Met vasthoudendheid bleef Emma aan het project werken en in 1939 werd het Zornmuseet geopend, pal naast de villa waar Emma tot haar dood in 1942 zou blijven wonen. De collectie van het museum is de afgelopen decennia verrijkt met een aantal werken van de grote schilder. Sommige werken zijn gedoneerd, andere ‘terug’ gekocht met door fondswerving bij elkaar gebrachte middelen.

De villa en het museum zijn los van elkaar te bezoeken, maar vormen een onlosmakelijk geheel voor wie behalve de kunstenaar ook de man en zijn echtgenote wil leren kennen.

 

 

Bron

Johan Cederlund e.a., Zorn Masterpieces, Bokforäget Arena, 2010

 

 

PRAKTISCHE INFORMATIE

Ligging en bereikbaarheid

Mora ligt aan het Siljan meer in de provincie Dalarna Vanaf Nederland en België is het ongeveer 1.500 km rijden naar Mora. Vliegen kan ook, naar Stockholm. Vandaar kan je met de trein (of huurauto) naar Mora.

Huis en museum

In de maanden juni, juli en augustus zijn het Zorn Museum en huis allebeide dagelijks geopend van 09:00 tot 16:00 uur (museum tot 17:00 uur). Het huis kan alleen bezocht worden tijdens een rondleiding door een gids (ook in het Engels). Kijk op www.zorn.se/en, ook voor de openingstijden buiten het hoogseizoen. Een kaartje voor het museum kost 150 SEK, voor een bezoek aan het huis betaal je 100 SEK. Kinderen krijgen korting.

Zorn’s Gammelgård

Het door Zorn geïnitieerde openluchtmuseum omvat nu zo’n veertig typerende gebouwen uit Dalarna. Het ligt aan de westkant van Mora, bijna aan de oever van het Siljan. Dagelijks geopend, een kaartje kost 60 SEK.

Meer informatie

Toeristische informatie over Dalarna vind je op www.visitdalarna.se. Algemene informatie over zweden: www.visitsweden.com.

Verantwoording

Dit artikel verscheen eerder in het zomernummer van 2021 van Nordic Magazine.

© One Day Walks, tekst: Paul van Bodengraven,  foto’s Marco Barten en WikiMedia