Drie dagen om ‘het goud van Lapland’ te vinden, aan de zuidkant van de laatste echte wildernis van Europa. We trekken langs de Vindelälven westwaarts op zoek naar alles wat een reis naar het noorden, weg van het massatoerisme, zo de moeite waard maakt. Onder de grond, op het water, langs de oevers en in de bergen. Over de helende krachten in het land van de Sami.
Geen meer misbruikt woord dan ‘onthaasten’; en toch is dat precies wat we hier in drie(!) dagen hopen te gaan doen. Op zich al een contradictie om voor zo’n korte periode ruim 2.000 km te vliegen en dan ook nog een toer/trektocht te ondernemen, op zoek naar weldadige rust. Want dat is wat we hier verwachten te vinden, in de regio die zich afficheert als ‘the Gold of Lapland’. Want dat goud, dat zal toch vooral in meer spirituele zin tot ons moeten komen.
De grond in
Eerste stop: De ondergrondse St Anna kerk in de mijn in Kristineberg. Sinds 1940 worden er hier diverse metalen uit de grond gehaald, waaronder goud (!) Dat is maar bijvangst bij de veel grotere hoeveelheden ijzer, koper en lood die hier gedolven worden. Een van de grootste vondsten bestaat uit wit kwartsgesteente. In een holte ontdekt een mijnwerker in 1946 een afbeelding van een Jezus-figuur met duif. Hij maakt een foto en haalt de krant ermee. Dat brengt een toestroom van nieuwsgierigen en bedevaartgangers op de been, waarop de uitbater van de mijn besluit de holte weer op te vullen.
Het wonder van Kristineberg herhaalt zich in 1983, als dezelfde figuur opnieuw opduikt, nu op een marmeren plaat die te voorschijn komt bij de sloop van de plaatselijke supermarkt.
Mijnbouw is een commerciële activiteit, ook in Lapland, en de toeloop van religieus geïnspireerde bezoekers is eerder een last voor de dagelijkse gang van zaken dan iets om blij mee te zijn. Toch komt het bedrijf met het idee om ondergronds een kerkje in te richten en te wijden, niet ver van de oorspronkelijke vindplaats van de eerste figuur. Nu is in het stemmige godshuis een replica van die afbeelding te bezichtigen. De met kaarsen verlichte grot is een perfecte plaats om te mijmeren en reflecteren, ook voor wie niet gelooft.
Stoomopwaarts
De Vindelälven ontspringt in de bergen dicht bij de Noorse grens en stroomt na ruim 450 km iets boven Umea uit in de rivier Ume älv. Omdat er nergens stuwdammen zijn gebouwd in deze rivier vind je er ongetemde waterkracht, met schuimende, nevelige stroomversnellingen, zoals bij het natuurreservaat Mardseleforsen, de stroomversnelling Storforsen en in het dorpje Ammarnäs. Daar stuift het water je om de oren en nergens zijn mensen te bekennen. Je hoort alleen het ruisen van het water. Wat een natuurkracht!
Sami-land
Datzelfde gevoel van vrijheid en stilte ervaren we opnieuw, als we de volgende dag zo’n 250 km stroomopwaarts op pad gaan met Mikael Winka. Mikael maakt deel uit van de Ran-gemeenschap, één van de drie Sami-groepen die rond het dorp Ammarnäs wonen en werken. Vandaag gaan we met hem en zijn hond Dio erop uit. ‘In de cultuur van de Sami zijn kennis van het verleden en de traditionele gebruiken heel belangrijk’, vertelt hij. ‘De families hebben hier eeuwenlang rondgezworven met hun rendieren. Herinneringen en verhalen worden van generatie op generatie mondeling overgedragen. Door goed te luisteren naar de verhalen van je voorouders word je een verstandiger mens.’
Rendieren
In de 21e eeuw wonen de Sami weliswaar in huizen, hebben auto’s en mobiele telefoons, maar nog steeds trekken ze bij de wisseling van de seizoenen naar een ander deel van Lapland met hun rendieren. Nu zijn de kuddes weliswaar ver weg, maar zo af en toe zien we een ‘dwaler’ rondzwerven. In deze tijd van het jaar (september) zijn de dieren op hun best. Een glanzende vacht en een volgevreten buik; de nodige reserves voor de winter zijn aangelegd.
Religie en harmonie
We bezoeken de Sami-kerk Gillesnuole, ook aan de rivier gelegen. Hier kregen de Sami-kinderen tot ver in de tweede helft van de 20ste eeuw het christendom van staatswege opgedrongen, in de hoop dat ze hun eigen Sjamanistische geloof zouden afzweren, dan wel vergeten. Tevergeefs, zo legt Mikael ons uit. ‘We waren bang voor de priesters en gingen er alleen heen omdat dat moest van de staat. Thuis werd gewoon doorgegaan met de Sjamanistische tradities en rituelen.’
Mikael neemt ons mee in zijn boot mee naar Geunja, een plek aan de rivier waar hij een aantal traditionele gebouwen uit de Sami-cultuur heeft neergezet. ‘Deze plek aan de rivier heeft goede energie’, zegt Mikael. ‘De mensen die hier komen voelen dat. Ze komen na een tijdje beter in contact met zichzelf en de directe omgeving. Ze kunnen haast en stress loslaten en zijn in het hier en nu.’ En zonder nu direct de goede aardstralen te voelen, begrijp ik wel dat je op deze plaats gemakkelijk tot rust kunt komen. Als je hier langere tijd bent is er weinig afleiding.
Hond Dio heeft daarentegen weinig op met de rust en kalmte en rent in zijn eigen wereldje over het terrein. Als we weer op weg gaan met de boot, staat hij op de smalle voorplecht, uitkijkend naar het volgende avontuur.
Lopen in Lapland
Dat volgende avontuur ligt voor ons op de bergrug boven Ammarnäs. Het Koningspad is zo’n 425 kilometer lang en doorkruist heel Lapland, van Abisko in het noorden naar Hemavan in het zuiden. Wij hebben maar een paar uur de tijd om de weldadige werking van het lopen over het dak van de wereld te ervaren. Want dat is het gevoel dat je krijgt als je eenmaal boven op de bergrug bent. Een woest en leeg landschap, waar in alle richtingen geen spoor van menselijke aanwezigheid is te bekennen. Geen huizen, geen hekken, geen wegen. Alleen een paar staken met daarop de markering van het langeafstandpad.
De hellingen beginnen langzaam rood te kleuren, een teken dat de herfst al op gang begint te komen begin september. Al lopend genieten we van het uitzicht en de weldadige leegte. “Altijd haast” is hier ver weg en ongetwijfeld zal je meer neiging hebben tot nadenken, reflecteren, overpeinzen. Of gewoon nergens aan denken. Hier wonen, kan leiden tot meer spiritualiteit en verbondenheid met de natuur, het leven afgestemd op het ritme van moeder natuur. Is dat dan het ‘Goud van Lapland’? Meer leven in het hier en nu en in samenhang met je leefomgeving, in plaats van de drukte van ons Nederlandse leven en de waan van de dag?
Zes dagen
Van Ammarnäs naar Hemavan kun je in een dag of zes lopen en onderweg overnachten in hutten. Het Lapland-virus heeft me al snel te pakken; ik ben serieus aan het overwegen of het niet mogelijk is om een week langer te blijven en die zesdaagse tocht naar Hemavan te maken. Zou het niet fantastisch zijn om in een decor van herfstkleuren je zes dagen los te maken van het dagelijkse leven, met geen andere missie dan de volgende overnachtingsplek te bereiken? Kunnen we niet…?
Nee, dat kan niet, volgende week wachten er andere afspraken en plannen. Maar de plannen voor volgend jaar zijn hier ter plaatse wel gemaakt en afgesproken. Dan wandelen wij zes dagen in Lapland over de zuidelijke Kungsleden!
Verantwoording
Dit artikel verscheen eerder in het april/mei nummer van 2017 van Yoga International.
© One Day Walks, tekst: Paul van Bodengraven, foto’s Marco Barten
Geef een reactie