Paarden hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de (Scandinavische) geschiedenis, mythologie en religie. Zo reed bijvoorbeeld oppergod Odin op zijn achtbenige paard Sleipner. Eén Zweeds paardje heeft het wel heel ver geschopt, tot in de moderne tijd. Het Dalahäst – of wel het Dalapaardje – is uitgegroeid tot een van de bekendste symbolen van Zweden. Oorspronkelijk afkomstig uit de regio Dalarna, is het nu voor velen dé belichaming van het Zweedse gevoel. Beknopte geschiedenis van een icoon dat opmerkelijk trouw is gebleven aan zijn eigen stijl.
Voor de kids
In de tijd dat er nog geen bosbouwmachines bestonden, vereiste het werk in de bossen heel wat man- en paardenkracht. Op de vaak afgelegen plaatsen bleven de mannen vaak wekenlang op locatie om een stuk van het bos te vellen. Het werk vond plaats in de winter, omdat het dan makkelijker was om de stammen weg te slepen over de sneeuw. Daar werden dan weer paarden voor ingezet. En wat doe je als stoere boomstammen-man dan als je je ’s avonds in het donker bij het haardvuur zit te vervelen, ver van het gezinnetje thuis? Paardjes snijden uit kleine houtblokjes voor de kindertjes, natuurlijk! Dat is in een notendop de ontstaansgeschiedenis van het beroemde Zweedse Dalapaardje.
Van speelgoed tot decoratie
De oudste exemplaren die zijn terug gevonden, dateren van rond 1500. Aanvankelijk waren de houten paardjes dus primair bedoeld als speelgoed, maar van lieverlee werd het ook beschouwd als decoratie en verfraaiing van het huis. De feestelijke, geschilderde versieringen zijn er rond 1800 bij gekomen. In de 20ste eeuw kwam het in zwang om van verre reizen souvenirs mee te nemen. Zweden die op reis gingen in eigen land, namen vanuit Dalarna de gedecoreerde paardjes mee naar huis en zo verspreidde het Dalahäst zich over het hele land. In de tweede helft van de 20ste eeuw vielen ook de buitenlandse gasten als een blok voor het rode paardje. Ze kochten ze massaal in, als herinnering aan hun trip naar Zweden.
Zweeds fabrikaat
Anno 2013 worden er nog steeds heel veel Zweedse paardjes gekocht en met de hand gemaakt, in Zweden. Bijvoorbeeld in Nusnäs in Dalarna, vlakbij Mora. Nils Olsson Hemslöjd is het bekendste bedrijf waar het rode paard (en zijn veelkleurige navolgers) nog steeds op ambachtelijk wijze wordt gemaakt. ‘Het bedrijf is 1928 opgericht door de broers Nils en Jannes Olsson. Omdat Jannes nog te jong was – hij was pas 13 – kreeg het bedrijf alleen de naam van Nils’, vertelt onze gids Gun, dochter van oprichter Jannes. ‘Ze sneden en schilderden de Dalapaardjes helemaal zelf. Maar al snel bleek er zoveel vraag naar te zijn, dat ze andere mensen moesten inhuren om aan de vraag te voldoen.’
Ambachtelijk werken
Wie ‘de fabriek’ in Nusnäs bezoekt, ziet nog steeds mannen en vrouwen aan het werk. Het grootse verschil: ‘Er worden nu zo’n 400 tot 600 paardjes per dag gemaakt’, aldus Gun. ‘En niet alleen maar de rode variant, maar allerlei kleuren. We maken ze ook in opdracht voor bedrijven die ze als relatiegeschenk willen geven. Of bij speciale gelegenheden, zoals het huwelijk van kroonprinses Victoria. Het rode paardje heeft zo heel wat verschillende broertjes gekregen.’ Toch blijkt de rode nog steeds de populairste onder toeristen. Veelal wordt gedacht dat de eerste beschilderde paarden ook die kleur droegen. ‘Dat is helemaal niet zeker’, verklapt Gun. ‘Het zou best wel eens kunnen dat de eerste gedecoreerde exemplaren wit als basiskleur hadden. Maar we weten het niet helemaal zeker.’ Inmiddels zijn er paardjes in elke denkbare kleur. Zo zijn roze en lichtblauwe paardjes een populair cadeau bij de geboorte van jongen of meisje.
Proces
De contouren van een Dalapaardje worden met de hand met een machinale zaag uit lokaal geproduceerd dennenhout gezaagd. Daarna gaan ze naar de snijders, die ze met het mes verfijnen. ‘We hebben zo’n 50 mensen voor ons werken die dat vanuit huis voor ons doen’, vertelt Gun. ‘Vervolgens worden de blankhouten paardjes een poosje bewaard om te drogen. Daarna krijgen ze twee maal een dompelbad in de basiskleur (rood, wit, blauw of welke kleur dan ook). Tussentijds worden ze bij geschuurd en als er scheurtjes in het hout zijn ontstaan worden die geplamuurd. Dan nemen de schilders ze onder handen. ‘We werken met een basismotief, maar ieder van onze zes schilders heeft toch zijn eigen stijl’, legt Gun uit. ‘Daardoor is elk paard uniek.’ Dan volgt een dompeling in het vernis, dat ruim de tijd krijgt om uit te harden. Pas daarna kan het product op weg naar de winkel, waar ze nog gretig aftrek vinden, ondanks het feit dat een handgemaakt paardje nou niet direct het goedkoopste souvenir is dat je kunt bedenken.
Paardenverhalen
Gun heeft haar hele leven “in de paarden gezeten”, maar is ze nog niet zat. ‘Ik heb nog steeds het allereerste Dalapaardje dat mijn vader voor me heeft gemaakt’. Ze toont ons een grijs exemplaar, op wieltjes. ‘Ik ben trots op ieder paard dat hier de fabriek verlaat. We leveren een ambachtelijk product, dat voor veel mensen iets betekent. Bijvoorbeeld een herinnering aan een vakantie, of de gelegenheid waarbij je het cadeau krijgt. Zo zit aan ieder paard – groot of klein – een verhaal. Dat is toch mooi?!’
Praktisch
Ligging en bereikbaarheid
Mora ligt in de provincie Dalarna, aan de noordkant van het grote Siljan meer. Vanaf Nederland is het circa 1.500 km rijden naar Mora. Nils Olsson Hemslöjd is gevestigd in Nusnäs, circa 10 km ten oosten van Mora. Het bedrijf kan jaar rond bezocht worden. Tijdens openingsuren kun je kijken hoe paarden gemaakt worden. Er is geen rondleiding, je kijkt op eigen tempo rond. De bijbehorende winkel heeft paardjes (en andere souvenirs) in alle kleuren en formaten. De prijzen liggen vaak net iets lager dan in de winkels elders.
Prijzen
Let op: de handgemaakte paardjes zijn niet goedkoop. Als je voor vijf euro denkt een leuk exemplaar op de kop te tikken in een toeristenwinkel, is het hoogstwaarschijnlijk ‘Made in Taiwan’ of een vergelijkbare bestemming. Een ‘echte Nils Olsson’ herkent u aan het merkteken op de buik van het paard(je).
Meer informatie
Kijk op www.nohemslojd.se voor meer informatie over het bedrijf. Toeristische informatie vind je op www.visitdalarna.se.
Verantwoording
Dit artikel verscheen eerder in het lentenummer van 2014 van Nordic Magazine. © One Day Walks, tekst: Paul van Bodengraven, foto’s Marco Barten
Geef een reactie