Met slecht 12 kilometer graafwerk werd tussen 1865 en 1868 een vaarweg van in totaal 250 km aangelegd, van het Zweedse Vänern – het grote meer in zuid Zweden – naar het Stora Le op de Zweeds-Noorse grens. Een perfecte verbinding om o.a. hout en ijzererts te transporteren. Zwedens beroemdste waterwegbouwer Nils Ericson werd ervoor gevraagd. Zijn meesterwerk: het aquaduct dat de waterval bij Håverud oversteekt. Nordic wilde het zelf zien en ging aan boord voor een dagje Dalslandkanaal.
Met spierkracht en geduld wordt de eerste set deuren van in totaal vier achter elkaar liggende sluizen geopend. Een onstuimige watermassa komt naar buiten kolken en laat ons ‘bootje’ onrustig hobbelen. We zijn ingescheept op de Dalslandia, een van de twee boten die speciaal zijn gebouwd om het smalle kanaal te kunnen bevaren. Ze pendelen in het hoogseizoen dagelijks heen en weer tussen Håverud en Bengtsfors. Daarmee zie je dan weliswaar een deel van het kanaal, maar je passeert dan wel zeventien sluizen, het beroemde aquaduct en heel veel natuurschoon.
Met de maximale bezetting van 110 mensen aan boord is het vandaag niet echt rustig te noemen op de boot. Iedereen wil – zeker in het begin – graag op de voorplecht staan om als eerste te zien wat er gebeurt voor de boot. Gelukkig waren wij bijtijds en hebben we zelfs een zitplaatsje op het voordek kunnen bemachtigen.
Verbinding
Het Dalslandkanaal is eigenlijk een aaneenschakeling van een serie langgerekte meren. Ze zijn van nature met elkaar verbonden via smalle riviertjes, soms met een aardig verval en bijbehorende stroomversnelling. Ter illustratie: het hoogteverschil in het hele kanaal bedraagt ruim 33 meter. Juist op die plaatsen waar de stroomversnellingen niet bevaarbaar waren, zijn onder leiding van Nils Ericson en zijn broer Werner kanalen gegraven, voorzien van sluizen. Zo vaar je als het ware om de stroomversnellingen heen en wordt de boot opgetild (of zakt juist) om naar het volgende meer te komen. Een briljant idee, dat in de praktijk betekende dat er maar vier jaar werk nodig was om de klus te klaren. Inclusief de bouw van het fameuze aquaduct bij Håverud. Koning Karel XV kwam het wonder zelf in ogenschouw nemen bij de opening in 1865.
Aquaduct
Om de watervallen bij Håverud te kunnen passeren moest Nils Ericson al zijn creativiteit uit de kast halen. Het verval is hier zo groot dat er tenminste vier sluizen achter elkaar moesten komen om het hoogteverschil te kunnen overbruggen. En dat was dan nog het kleinste probleem. De waterval moest ook nog eens overgestoken worden, omdat er maar aan één kant plaats was om het vervolg van het kanaal aan te leggen. De oplossing die Ericson koos was even eenvoudig als briljant; via een langwerpige stalen bak – een aquaduct – steken de boten sinds 1868 de waterval over. De originele stalen bak werd in Stockholm gebouw en telt in totaal 33.000 klinkers die het geheel bijna 150 jaar later nog steeds bij elkaar houden. Het aquaduct is hét symbool geworden van het Dalslandkanaal en trekt jaarlijks duizenden bezoekers. Het is ook de plek waar de dagboten vertrekken.
Al tien jaar na de aanleg van het Dalslandkanaal werd er ook een spoorlijn aangelegd over de waterval. En om de wirwar compleet te maken kwamen daar in de 20e eeuw ook nog eens twee bruggen bij waarmee autoverkeer het kanaal kan passeren. Het geheel oogt als een ingenieus stelsel waar menig verkeersplein jaloers op kan zijn. Spectaculair en een staaltje van Zweeds ingenieus vakmanschap.
Kijken en bekeken worden
Vanaf de boot hebben we uitgebreid de tijd om al die zaken goed te bekijken. En trekken we zelf ook veel bekijks. Het aquaduct is zonder twijfel het meest gefotografeerde object in Dalsland. Hier komen ook dagjesmensen een kijkje nemen. Onder hun toeziend oog openen vakantiekrachten de sluizen en helpen de boot verder omhoog. Met de snelheid van een slak zijn we al bijna een uur op weg als we dan toch eindelijk de stalen bak binnen varen. Het voelt bijna als een plechtig moment waarop je moet applaudisseren. Iedereen is er stil van en kijkt toe als de boot de waterval passeert.
Als wij het aquaduct uitvaren, varen een paar kano’s achter ons er doorheen. Want je kunt nog altijd ook op eigen gelegenheid en met je eigen boot het Dalslandkanaal afvaren. Dat moet je dan niet proberen met je dikke motorjacht, want de sluizen zijn krap. De twee ranke boten die deze dagtocht varen zijn speciaal hiervoor gebouwd en afgestemd op de smalle sluizen. Maar met een kano of een kleine boot moet het lukken.
Op weg
Dan kunnen we vaart gaan maken en blijkt de Dalslandia toch best wat pit en PK’s aan boord te hebben. Dat moet ook wel, want de komende vier uur gaan we nog dertien sluizen door en varen we door naar Bengtsfors. We tuffen over prachtige meertjes, met op de oevers al even mooie huizen. Bij sommige van de sluizen zijn dorpen ontstaan. Na de aanleg van het Dalslandkanaal vestigden zich steeds meer bedrijven, zoals zagerijen en papierfabrieken, langs de route. Dat betekende werkgelegenheid, dus werden er huizen gebouwd voor de werknemers. Dat betekent nu dat we niet alleen sluizen passeren, maar ook dat een aantal keren het autoverkeer wordt stilgelegd als er een brug wordt opengedraaid.
Aan tafel
Geen Zweeds uitje zonder eten. Het was ons al opgevallen dat er aan boord nauwelijks buitenlandse toeristen zijn. Twee Duitse echtparen en een Zuid-Europees ogend gezinnetje, maar de rest van de aanwezigen spreekt allemaal vloeiend Zweeds. En die zijn pas gelukkig als er warm gegeten kan worden tussen de middag. In twee ploegen wordt er in de kajuit een Zweedse maaltijd geserveerd, van aardappelen, gekookte groente en vis. Koffie na natuurlijk. Niet echt mijn soort eten om half een ’s middags, maar ik moet toegeven, die vis is heerlijk. En het heeft ook wel wat om ineens gezellig zij aan zij te zitten aan lange tafels met volstrekt onbekende, doch zeer vriendelijke Zweden. En dat glaasje wijn erbij smaakt ook niet verkeerd.
Boemelen
Na de maaltijd maakt een zekere loomheid zich meester van het reisgezelschap. Het nieuwtje is eraf en niet iedereen staat meer te dringen om het voordek te bereiken. We genieten van het zonnetje en laten het landschap aan ons voorbij glijden. Het enige geluid dat we horen is de wind en het geronk van de scheepsmotor. We ontmoeten onderweg onze dubbelganger, de andere boot die de route dagelijks in omgekeerde volgorde aflegt. En voordat we er erg in hebben, legt de boot al aan bij de kade in Bengtsfors. Een korte wandeling brengt ons bij het treinstationnetje. Speciaal voor de toeristen rijdt er een boemeltje heen en weer tussen start- en eindpunt, over een spoorlijn die niet meer gebruikt wordt door reguliere treinen. Het kleurige treinstel oogt als een kruising tussen een metro en een pretparkboemel, maar weet toch nog aardig vaart te maken. Na een half uurtje zijn we terug in Håverud, net op tijd om te zien hoe onze ‘dubbelganger’ het aquaduct passeert en de sluis binnenvaart. Een heerlijk dagje buiten en wat kennis van Dalslands grootste toeristenattractie rijker. Druk? Mwah, het is weliswaar vol aan boord, maar verder is het rust, ruimte en natuur wat de klok slaat. Daar kan een rondvaartje door de grachten niet aan tippen!
PRAKTISCHE INFORMATIE DALSLANDKANAAL
Ligging en bereikbaarheid
Dalsland ligt in het zuidwesten van Zweden, tegen de Noorse grens. Vanaf Utrecht is het circa 1200 km rijden naar Håverud. Daar is het aquaduct te bewonderen en is ook het startpunt van de beschreven dagtocht over het Dalslandkanaal. Een alternatief is om in het circa 40 km noordelijker gelegen Bengtsfors te starten.
Omgeving
Bij het bezoekerscentrum in Håverud is genoeg te doen, zoals het kanaalmuseum, toeristenwinkeltjes, een café-restaurant en het 15 km verderop gelegen Konstmuseet. Ook begint er een rondwandeling van 13 km uit de gids Wandelen in Dalsland (www.wandelenindalsland.nl).
Seizoen
De M/S Dalslandia (110 mensen) en M/S Storholmen (100 mensen) varen in het hoogseizoen (medio juni tot eind augustus) elke dag (behalve zondag) tussen Håverud en Bengtsfors. De kosten voor de dagtocht inclusief trein bedroegen in 2013 380 Zweedse kronen. De lunch is optioneel en kost 110 tot 150 Zweedse kronen. Het is verstandig om een paar dagen van te voren te reserveren.
Twee maatschappijen
De twee boten zijn eigendom van twee verschillende bedrijven. De route die wordt gevaren is hetzelfde. Je boekt bij een van de twee maatschappijen, afhankelijk van de dag. Op www.storholmen.com en www.dalslandia.com vind je prijsinformatie en vaardagen. Kaarten kun je ook boeken via het toeristenbureau in Håverud, pal naast het sluizencomplex.
Verantwoording
Dit artikel verscheen eerder in het zomernummer van 2014 van Nordic Magazine.
© One Day Walks, tekst: Paul van Bodengraven, foto’s: Marco Barten
Geef een reactie