1.  Zuid-Zweden

Met aan alle kanten kust is dit het meest waterrijke deel van Zweden. De scherenkust van Bohuslän, de stranden van Skåne en Småland, de archipelago van Östergötland en de eilanden Öland en Gotland zijn allemaal beslist een bezoekje waard. Het binnenland is een aaneenschakeling van uitgestrekte bossen, landbouwgronden, natuurgebieden en nationale parken, grotere steden en kleine dorpjes. Twee van de drie echt grote steden in Zweden vind je hier: Malmö en Göteborg. Het zuiden van Zweden is het dichtst bevolkte deel van het land. Het landschap is glooiend en groen, met grote loof- en dennenbossen, waar je ook al elanden kunt tegenkomen. Hoe noordelijker je komt, des te wilder de natuur. In Dalsland, tegen de Noorse grens, leven bijvoorbeeld wolven en lynxen. Zuid-Zweden is goed begaanbaar en toegankelijk, met volop mogelijkheden om de natuur en cultuur van Zweden van dichtbij te beleven. Voor een citytrip, een autorondreis, een fietsvakantie, om te kanoën of voor een flinke wandeltocht ben je in zuid-Zweden op de juiste plek!