In 1993 werd nog serieus overwogen om ‘m te sluiten. Nu, ruim 15 jaar later, is het een bloeiend bedrijf: de Inlandsbanan, de bijna 1.100 km lange spoorlijn tussen Mora in Dalarna en Gällivare in Lapland. De grootste bron van inkomsten is het vervoer van goederen. Maar twaalf weken per jaar rijdt er ook een dagelijkse trein die toeristen stapsgewijs Up North brengt. Nordic wilde het van dichtbij meemaken en ging aan boord.

Vrolijk logo op de treinen

De geschiedenis van Inlandsbanan gaat terug tot in de 19de eeuw toen het besluit voor de aanleg van de lijn, dwars door het binnenland van Zweden omhoog, werd genomen. Het duurde tot 1907 eer er daadwerkelijk werd gestart met de aanleg, die in 1937 werd voltooid. Toen was het nog volledig onderdeel van SJ, het Zweedse staatsbedrijf. “In 1993 stond SJ op het punt de lijn te sluiten, omdat hij niet rendabel was”, legt Ulf Eliassson, directeur van Inlandsbanan uit. “De vijftien gemeenten langs de lijn hebben zich daar fel tegen verzet. Uiteindelijk hebben ze gezamenlijk het bedrijf Inlandsbanan opgericht, waarvan ze alle vijftien aandeelhouder zijn. Met een financiële bijdrage van de staat voor het onderhoud van het spoor is het gelukt er een winstgevend bedrijf van te maken.”

Huize Zorn, van alle gemakken voorzien

Zorn-stad

We monsteren voor een week aan en beginnen onze tocht in Mora, in de provincie Dalarna. Dit mooie stadje had net zo goed ‘Zorn-stad’ kunnen heten. De geest en hand van de meester-kunstenaar is hier overal aanwezig. Natuurlijk in zijn voormalige woonhuis, dat nu bezocht kan worden, en in het aanpalende museum, waar een aantal van zijn meesterwerken staat en hangt. Zorn werkte aan het eind van de 19de en begin van de 20ste eeuw aan zijn beelden en schilderijen. Kunstenaars stierven voorheen nog meestal even berooid als toen ze aan hun carrière begonnen, maar Zorn wist als een van de eerste goed te leven van zijn werk. Hij werd één van de best betaalde internationale schilders en werkte overal ter wereld. Maar Mora heeft nog meer te bieden. De oevers van het grote Siljan meer nodigen uit tot een paar heerlijke uurtjes zon en zwemplezier. Wie niet zoveel lig- of zitvlees heeft kan een tochtje over het meer maken met de Engelbrekt, een historisch stoomscheepje uit 1866.

Entree van het Jämtli

Östersund

Berenhol, groot genoeg voor een kind

De volgende dag reizen we weer noordwaarts. De route slingert omhoog, dwars door de natuur. We passeren de waterval Storstupet en bereiken al snel het hoogste punt in de route, op 534 meter boven zee. Hier stopt de trein even, zodat we een klein uitstapje kunnen maken naar een verlaten berenhol. Zo’n berenhol is maar één seizoen in gebruik, volgend jaar maakt moeder beer weer een nieuw winteronderkomen. We vervolgen de route richting Östersund. De hoofdstad van Jämtland is de enige echte stad langs de Inlandsbanan. Hier wonen krap 50.000 mensen, wat naar noord-Zweedse maatstaven veel is. Groot genoeg in ieder geval om jaarlijks het Storsjöyran, het grootste culturele festival van noord-Zweden te organiseren. Het tiendaagse festival trekt in totaal zo’n 300.000 bezoekers, voor de meest uiteenlopende voorstellingen. Zo zagen vorig jaar ruim 20.000 mensen bijvoorbeeld Lady Gaga optreden op het centrale plein.

We brengen een bezoek aan Jämtli, het cultuurhistorisch centrum van Jämtland. In het buitendeel zien we allerlei gebouwtjes en panden uit vroeger tijd. De vroegste dateren uit de late middeleeuwen, de jongste aanwinst is een benzinepompstation uit 1950. Binnen is van alles te zien over de geschiedenis van de regio, van oude landbouwwerktuigen tot een opgezette beer, die nu eens een keer wel (!) geaaid mag worden. Pronkstuk is het 1000-jaar oude Överhogdalsbodarna. Dit door de Vikingen vervaardigde tapijt werd in 1910 als een baal vodden teruggevonden in de kerk van het nabij gelegen Överhogdal. Ondanks dat het in een opmerkelijk goede staat verkeert, is het nu achter glas te bewonderen.

We worden met muziek ontvangen op station Vilhelmina

Vilhelmina

Na anderhalve dag van het stadse leven te hebben geproefd gaan we weer verder met de Inlandsbanan. Onze volgende bestemming is Vilhelmina, een plaatsje in het zuiden van Lapland. De grootste charme van dit kleine dorp is het oude stadsdeel Kyrkstaden, aan de voet van de kerk. Hier staan nog 27 kleurrijke, houten huisjes uit de 18de eeuw. Ze werden gebouwd voor mensen uit de wijde omgeving die in Vilhelmina ter kerke wilden gaan. Zij konden in deze huisjes overnachten. Ooit stonden er nog veel meer van deze huizen, maar de grote brand van 1921 legde er ruim vijftig in de as. Aan de Storgatan, tegenover de houten huisjes van Kyrkstaden, slaan we onze slag bij Risfjells Sameslöjd, een winkeltje met Samische kunst en souvenirs. Het aanbod varieert van handgeweven tafellopers tot rendierenvellen, van Samische messen tot zeefdrukken en schilderijen

Arctic char of beekridder, zelf gevangen

Het gulle meer

Onderweg zien we langzaam maar zeker de natuur veranderen. De dichte dennenbossen van Dalarna en Jämtland worden dunner, de bomen kleiner. Langs het spoor zien we uitgestrekte grasvlaktes en moerassen. We passeren onderweg de Vindälven, een van de vier noordelijke rivieren die niet ten prooi is gevallen aan de waterkrachtcentrales. Per brug steken we de zeker honderd meter brede ontembare schoonheid over, op weg naar Arvidsjaur. Het gulle meer, dat is de Samische betekenis van Arvidsjaur. Welk van de 365 meren daarmee precies bedoeld wordt is niet helemaal duidelijk. Het maakt ook niet uit, want de vis spartelt hier bijna letterlijk je boot in als je een vis- en grilexcursie met Abborträsk Natur Safari maakt. Eigenaar Sonny is geboren in de bossen. Tot zijn zevende jaar, toen hij naar school toe moest, zag hij geen andere mensen dan zijn ouders. Hij weet precies de beste plaatsen om een malse trekzalm of beekridder te vangen. Beekridders komen alleen voor in koude streken als IJsland, Schotland en Lapland. In een uur tijd halen we er vier op de kant, waarvan er uiteindelijk twee op de gril belanden, met aardappeltjes en wortel.

Sami-land

Arvidsjaur is, zoals zoveel dorpen in Lapland, ontstaan als kerk- en handelsplaats. De Zweedse kroon wilde het volk kerstenen en belasting innen. De Sami, de oorspronkelijke bevolking van Lapland,  werden verplicht ten minste vier maal per jaar een kerkdienst bij te wonen. Om de mensen, ook de Zweedse boeren die zich hier in de 19de eeuw probeerden te vestigen, onderdak te bieden, werden er rond de kerk huizen opgetrokken, waar zij konden verblijven. Er waren aparte ‘wijken’ voor de Zweden en de Sami. De onderkomens van de Sami staan nog fier overeind in ‘Lappstaden’, in het centrum van het dorp. Nu worden ze gebruikt voor uitleg over de Sami-cultuur. Eén keer per jaar, tijdens het laatste weekend van augustus , is er een feestelijke bijeenkomst van alle bos-Sami uit de regio.

Jenny in klederdracht

Sami-wortels

We worden tijdens ons bezoek aan Lappstaden ontvangen door Jenny, een Sami–vrouw uit Arvidsjaur. “Veel Sami hebben inmiddels een  ‘gewone’ baan”, legt zij uit. “Vroeger had iedere familie zo’n tien rendieren, voor eigen gebruik. Nu zijn er in de regio Arvidsjaur drie families, die ieder een kudde onder hun hoede hebben van zo’n 3.500 dieren.” Jenny verheugt zich op de komende feestelijkheden. “Het is een tijd waarin we ons bewust zijn van onze culturele wortels en dat vol trots tonen. Sami hebben lange tijd een achtergestelde positie gehad in Zweden, en werd er op ons volk neer gekeken. Gelukkig is er een hoop veranderd, al worden mijn kinderen nog wel eens gepest op school. Maar op een dag als deze zijn we allemaal trots op onze Sami-wortels.”

 

Rendieren op de rails

Het wordt weer tijd om op te breken en onze reis te vervolgen. We beseffen dat we, ondanks dat we midden in Sami-land zijn, nog geen rendier hebben gezien. We speuren uit ons treinraam, maar zonder succes. Tot de machinist ons roept: rendier op de rails! En jawel, daar loopt een prachtexemplaar in draf voor de trein uit. Geschrokken maakt hij zich uit de voeten, zich niet realiserend dat hij dan ook beter de rails kan verlaten. Zeker zo’n 150 meter blijft hij voor de trein uitrennen, zodat wij kunnen genieten van zijn imposante gestalte. Dan staat hij stil, kijkt nog eens om en komt de conclusie dat hij toch echt beter van het tracé af kan gaan. Met twee stappen en een sprong verdwijnt hij in het struikgewas. Rendieren zijn niet het enige wild dat je te zien kunt krijgen. In de vijf dagen aan boord van de trein zien we elanden, vossen en zien medepassagiers zelfs een beer.

 

Diep onder de grond

De grond in, de berg op

Gällivare is de eindbestemming van de Inlandsbanan. Hier kun je overstappen op andere treinen en bussen, of voor de terugtocht met de Inlandsbanan kiezen. Gällivare (en het direct er naast gelegen Malmberget) dankt zijn bestaan aan de vondst van ijzererts en koper. LKAB is de naam van wat zo ongeveer de modernste ijzermijn ter wereld moet zijn. Ons beeld van smalle mijnschachten, vieze werkomstandigheden en dito mijnwerkers wordt tijdens het bezoek flink bijgesteld. De ijzererts wordt gemijnd via de modernste technieken, op verschillende niveaus onder de grond. Met de auto (!) gaan we naar een diepte van 1.000 meter. Iedere nacht, precies om 00:00, wordt een stuk van de tunnel opgeblazen met explosieven. De volgende dag worden de brokken geruimd en vergruisd, waarna van het ijzer kleine balletjes, ter grootte van een knikker worden gedraaid. De Zweedse ijzererts wordt wereldwijd verhandeld, van Shanghai tot IJmuiden.

Ruig en leeg

Daglicht

Na ons ondergrondse avontuur willen we wel weer wat daglicht zien. En waar kun je beter van de vergezichten over Lapland genieten dan vanaf Dundret, de naast Gällivare gelegen berg? In de winter is dit de basis van skiërs, snowboarders en andere sneeuwliefhebbers. En zomers is het een mooie plek voor een pittige wandeltocht naar de top. We besluiten het onszelf makkelijke te maken en starten de wandeling vanaf het halverwege gelegen skihotel. Evengoed komen we bezweet en hijgend na anderhalf uur boven, om te genieten van wat één van de mooiste uitzichten van Zweden moet zijn. In de zomer is hier niet alleen de middernachtzon te bewonderen, maar kun je op heldere dagen ook oneindig ver kijken. Onze informatiefolder leert datje dan circa 10% van het Zweedse grondoppervlakte kunt zien.

Een spoor breed

Relaxed reizen

Dundret is dan in geografisch opzicht het hoogtepunt van onze treintrip, maar eigenlijk is de reis een aaneenschakeling van bijzondere ervaringen. De volgende ochtend reizen we in één dag terug van Gällivare naar Östersund, om daarvandaan terug te vliegen, via Stockholm, naar ons eigen geordende landje. Het is weliswaar een lange, maar toch ook relaxte reis. Met om de paar uur een pauze voor koffie of wat te eten. Die ontspanning, het comfort van fit ergens aankomen en onderweg alles kunnen zien, dat is nog wel het meest kenmerkende van de Inlandsbanan. Het is de manier van reizen die zo’n treintrip zo aantrekkelijk maakt. Daar kan geen auto tegenop!

 

Praktische informatie Inlandsbanan

Waar en wanneer?

De Inlandsbanan is iedere zomer twaalf weken (juni, juli en augustus) opengesteld voor de toeristentreinen. Dan rijden er dagelijks drie treinen: één van Mora naar Östersund (en weer terug), één van Östersund naar Gällivare en eentje van Gällivare naar Östersund. Mora is het zuidelijke startpunt van het treintracé. Vanaf Stockholm reis je per reguliere trein naar Mora. Zowel SAS als KLM vliegen vrijwel dagelijks op Stockholm. Een andere optie is om de treinreis in Östersund te beginnen. SAS vliegt dagelijks meerdere malen heen en weer tussen Stockholm en Östersund.

Arrangementen

Inlandsbanan biedt verschillende pakketten aan. Wij deden het ‘Discover Inlandsbanan’ pakket. Maar je kunt ook een treinkaart voor twee of drie weken kopen waarmee je zelf bepaalt waar en wanneer je opstapt en reist. Er zijn ook Nederlandse reisorganisaties die pakketreizen op de Inlandsbanan verkopen, waaronder de Treinreiswinkel: www.treinreiswinkel.nl.

Accommodaties

Tijdens de reis overnacht je in hotels in de plaatsen langs de spoorlijn. Boek je een pakketreis, dan worden die voor je geregeld. De meeste hotels liggen op loopafstand van het station. Liggen ze iets verder, dan wordt de bagage voor je gehaald en gebracht.

Eten en drinken

De treinen op de Inlandsbanan hebben geen restauratierijtuig. De trein stopt regelmatig zodat de reizigers kunnen ontbijten, lunchen of dineren bij restaurants langs de lijn. In veel gevallen kun je je maaltijdwensen aan de hostess doorgeven. Die belt deze door naar het restaurant, zodat alles klaar staat bij de volgende stop.

Meer informatie

De website van de toeristische treinen op de Inlandsbanan vind je op www.inlandsbanan.se. Op internet is volop informatie te vinden over dingen die je onderweg kunt doen. Een leuk startpunt is bijvoorbeeld www.sodralappland.se. Algemene informatie over Zweden vind je op www.visitsweden.com.

 

Verantwoording

Dit artikel verscheen in het winternummer 2011 van Nordic Magazine. Tekst en foto’s zijn verzorgd door One Day Walks, Paul van Bodengraven en Marco Barten